Een enkele keer kan een stukje van dit stolsel (embolie) losraken en meegevoerd worden naar een kleiner bloedvat verder stroomafwaarts. Het kan zich zowel in een slagader, een ''gewone'' ader als in het hart bevinden.

Daarnaast is in een aneurysma de bloedstroom verstoord, het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. De meest voorkomende plaats is de lichaamsslagader, oftewel aorta, in de buik. Het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. Een aneurysma van de aorta ascendens ontstaat vaak zeer traag en kan erg groot worden vooraleer er druk op andere organen ontstaat. In een aneurysma is de bloedstroom verstoord.

Een enkele keer kan een stukje van dit stolsel (embolie) los raken en meegevoerd worden naar een kleiner bloedvat verder stroomafwaarts. Daardoor vormt zich in het aneurysma een bloedstolsel. Daarnaast is in een aneurysma de bloedstroom verstoord: het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. Hoe groter het aneurysma, hoe groter de kans op scheuren. Als een deel van zo’n stolsel losschiet, wordt deze met de bloedstroom meegevoerd en kan hij voor een verstopping zorgen in een kleiner bloedvat. Soms wordt een gedeelte van de aorta of buikslagader zwakker zoals bij het ouder worden of door veranderingen in de vaatwand. Ze veroorzaakt de eerste jaren meestal geen pijn en de meeste mensen merken er dan ook vaak jarenlang niets van. Daardoor vormt zich in het aneurysma een bloedstolsel. Een aneurysma is een plaatselijke verwijding of uitstulping van een verzwakt gedeelte van het bloedvat.

Verder worden risicofactoren altijd aangepakt met medicijnen en leefstijladviezen. Hierdoor vormt zich in het aneurysma een bloedstolsel.

De bloedvatwand kan zwakker worden door bijvoorbeeld ouderdom, ziekte of letsel. De normale diameter van de aorta is kleiner dan 3 cm. Onder invloed van de bloeddruk kan de slagader gaan uitzetten en ontstaat er een verwijding of aneurysma van de slagader.. Wanneer de diameter van de slagader toeneemt, wordt de wand hiervan dunner en de kans op “slagaderbreuk” groter.

De bloedvaten en het aneurysma worden zichtbaar gemaakt met behulp

Daarnaast is in een aneurysma de bloedstroom verstoord, het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. Daardoor vormt zich in het aneurysma een bloedstolsel. aneurysma, waardoor er geen bloed meer in het aneurysma kan stromen.

Dit kleinere bloedvat kan door dit stolsel afgesloten geraken. Een aneurysma houdt dus in dat het bloedvat op een zwakke plek een uitstulping krijgt of wijder wordt. Die verstopping heet een embolie. Tijdens de behandeling worden er röntgenopnamen gemaakt van de bloedvaten en het aneurysma, zodat de arts op een scherm mee kan kijken. Hierdoor wordt de kans op een (nieuwe) bloeding van het aneurysma kleiner. Een enkele keer kan een stukje van dit stolsel (embolie) los raken en meegevoerd worden naar een kleiner bloedvat verder stroomafwaarts.

Daarnaast is in een aneurysma de bloedstroom verstoord, het bloed wervelt in de plaatselijke verwijding. Aneurysma's kunnen ook worden infectiehaard (startpunt) voor stolselvorming ( trombose) en embolisatie. Een aneurysma kan scheuren, met een ernstige, vaak levensbedreigende bloeding tot gevolg.