ik heb gegrild; jij hebt gegrild; hij/zij/het heeft gegrild; wij hebben gegrild; jullie hebben gegrild; zij hebben gegrild; Voltooid verleden tijd. zal rijden.

zal rijden. wij (we) zullen rijden. zij (ze) hadden gereden. wij (we) hadden gereden. zij (ze) zullen rijden. Uitleg over: pv verleden tijd . Tegenwoordig en verleden deelwoord racen d: Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij; Presens: race racet racet racen ... Toekomende tijd I: zal racen: zult racen: zal racen: zullen racen: zullen racen: zullen racen: Conditionalis I: zou racen: zou racen: zou racen: zouden racen: zouden racen: zouden racen: Perfectum: heb geracet hebt geracet heeft geracet hebben geracet hebben geracet hebben geracet Voltooid …

jij/u (je) zult rijden. hadden gereden.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit … Voor de verleden tijd gelden wat meer regels, maar eenmaal gekend is de spelling eenvoudig te gebruiken.

Inloggen; prepaidcode activeren; abonnement aanmaken; Oefeningen: Stam (ik-vorm) stam herkennen; stam herkennen 1; stam herkennen 2; stam herkennen 3; stam herkennen 4; stam herkennen 5; stam herkennen 6; stam herkennen 7; stam herkennen 8; stam herkennen 9; stam herkennen 10; stam herkennen 11; stam herkennen 12; stam …

Gangbaarheid. Ook dat is eigenlijk … racen. onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) ik.

zal gereden hebben.

voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) ik. verleden tijd voltooid deelwoord; racen : racete: geracet: zwak -t volledig: Werkwoord.

Sommige werkwoorden krijgen de uitgangen -de en -den, andere de uitgangen -te en -ten.Dat hangt af van de eindklank van de stam. ik grilde; jij grilde; hij/zij/het grilde; wij grilden; jullie grilden; zij grilden; Voltooid tegenwoordige tijd. 11.3 Verleden tijd van regelmatige werkwoorden . verleden tijd: voltooid deelwoord: mailbomben: heel veel mail sturen naar een e-mailadres: ik mailbomb, jij/hij mailbombt: jij/hij mailbombde: gemailbombd: mailen: per post of e-mail sturen: ik mail, jij/hij mailt: jij/hij mailde: gemaild: mailmergen: een sjabloonbrief (waarin alleen de unieke gegevens van een klant verschillen) versturen; samenvoegen: ik mailmerge, jij/hij mailmerget: jij/hij mailmergede: … voltooid verleden tijd (vvt) ik.

Werkwoordspelling: uitleg tegenwoordige en verleden tijd Veel Nederlanders vinden de werkwoordspelling moeilijk. had gereden. inergatief aan een snelheidswedstrijd deelnemen Morgen gaan ze weer racen in Zandvoort. inergatief haasten Ik ben te laat, waardoor ik nu moet racen!

Men moet wel het onderwerp en de persoonsvorm in de zin kunnen onderscheiden.

Het woord racen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie. zullen rijden. jullie.

Toekomende tijd I: zal bridgen: zult bridgen: zal bridgen: zullen bridgen: zullen bridgen: zullen bridgen: Conditionalis I: zou bridgen: zou bridgen: zou bridgen: zouden bridgen: zouden bridgen: zouden bridgen: Perfectum: heb gebridged hebt gebridged heeft gebridged hebben gebridged hebben gebridged hebben gebridged Voltooid verleden tijd: had gebridged had gebridged had gebridged hadden gebridged …

volgende oefening: pv vt enkelvoud 2. Eigenlijk zijn de regels simpel, vooral gebruikt in de tegenwoordige tijd. Als dat een van de medeklinkers van 't kofschip of 't fokschaap is (/t/, /k/, /f/, /s/, /ch/, /p/), of de medeklinker /sj/ (bijvoorbeeld in ramsjen), dan krijgen de vervoegde vormen -te(n).Als de stam eindigt op een klinker of een … Onvoltooid verleden tijd.

had gereden. jullie.

ik had gegrild; jij had gegrild; hij/zij/het had gegrild; wij hadden gegrild; jullie hadden gegrild; zij hadden gegrild; Toekomende tijd I. ik zal grillen; jij zult grillen; … jij/u (je) zult … hij/zij/het. hij/zij/het. jij/u (je) had gereden.